Het was al een tijdje spannend wat het weer deze zondag zou brengen, een hele dag regen of zou het opklaren? Vandaag moest ik immers weer terug rijden van Texel naar Wateringen en ik had niet veel zin in een uur of vier in de regen rijden. Gisteravond leek de voorspelling al aan te geven dat het de goede kant op zou gaan, maar je weet het pas zeker als het zover is.
Ik had het nauwelijks beter kunnen treffen. De wind kwam uit het westen met plusminus 4 beaufort en de zon scheen bijna de hele tijd. Pas het tweede deel van de rit werd het minder zonnig en gingen de wolkenvelden overheersen. Deze route heb ik nu al een paar keer gereden dus weet ik nu al beter waar ik het fietspad opmoet en waar niet. Dat scheelt natuurlijk in de snelheid. Toch maakte ik een paar foutjes. Vooral op rotondes waar meerdere afslagen mogelijk zijn gaat het al snel verkeerd. Dan laat de GPS even later zien dat ik toch anders had moeten rijden en keer ik alsnog om voor de goede route.
Het stuk van Den-Burg naar de boot ging als een speer. Achteraf gezien was de wind op Texel nog het sterkste, vergeleken met de rest van de route. Ik was vlak voor de familie (Francis, mijn moeder, haar hond Tessa en onze drie kinderen) uit vertrokken en ze haalden me pas vlak voor de veerhaven in. Mijn moeder ging met de hond terug lopen naar Den Burg en de rest van de familie ging met de pont naar Den Helder. Nadat de boot om 2 uur in Den-Helder was afgemeerd nam ik de korte weg langs de marine haven en probeerde de auto zo lang mogelijk voor te blijven. Dat lukte aardig maar na een kilometer of twintig werd ik toch al toeterend ingehaald door de familie. Bij Schoorl sloeg ik rechtsaf om niet door Alkmaar te hoeven rijden. Het eerste uur reed ik 39km. Op een paar kleine foutjes na ging de tocht tot aan de veerpont over het Noordzee kanaal vlot. Op de pont werd ik weer naar het autodek gedirigeerd, dat kon nu ook weer gemakkelijk omdat er bijna geen auto’s waren. Ik las op een bord dat de pont op de eerste plaats bedoeld is voor verkeer dat geen gebruik kan maken van de tunnel, auto’s mogen mee maar hebben geen voorrang.
Op de pont at ik nog even de pannenkoek met appel op die ik van mijn moeder had meegekregen, nog bedankt ma! Dat ging er wel in en bovendien kon ik de energie wel gebruiken. Aan de andere kant aangekomen ging ik er weer fris tegenaan. Op de route naar Den-Haag moest ik wel iets in snelheid minderen. Vlak voor Wassenaar ging een paard dat ik aan het inhalen was er in galop vandoor. Op zo’n moment moet je wel even stoppen tot het beest is uitgeraasd. Ik kon het dier passeren door naar de overkant van de rijbaan te gaan, De berijdster keek heel lelijk naar mij alsof het mijn schuld was dat zij haar paard niet onder controle kon houden. Het valt me trouwens wel op dat een groot aantal berijdsters de gevaren van een ligfiets als de Quest wel inzien. Ze blijven meestal op gepaste afstand staan als ze me aan zien komen. Misschien zijn dat de resultaten van de inspanningen van Wim Schermer op dat gebied.
Vlak voor Den-Haag belde ik Francis even om te vragen of ik soms nog wat eten moest oppikken op mijn tocht door de stad. Dat vond ze een goed idee, dus stopte ik even in de Wagenstraat om twee porties roti op te pikken. Terwijl ik stond te wachten vergaapte verschillende voorbijgangers zich aan de Quest. Die zie je niet dagelijks in het centrum van de stad. Om 6:15 uur was ik weer thuis.
Vandaag ca 150 km, totaal 4711 km
Geen opmerkingen:
Een reactie posten