maandag, juni 21, 2010

WRB600, rondje drielandenpunt vanuit Zoetermeer.

Vrijdag had ik de hele dag om de laatste voorbereidingen te doen. Ik wilde alleen het meest noodzakelijke meenemen, minimale bagage dus. Om zo min mogelijk te hoeven stoppen had ik wel veel eten bij me, 15 muesly repen, vier pannenkoeken, vier krentenbollen, twee blikjes energy drank, twee bananen en 1,5 liter limonade. In de middag kon ik nog een paar uur slapen, hopelijk zou dat voldoende zijn om de tocht zonder slapen uit te rijden.

Om half elf vertrok ik richting Zoetermeer. Ik had me voorgenomen om rustig te starten, maar toch zat ik al gauw aan de 35km/uur, het ging gewoon als vanzelf. Kwart over elf kwam ik bij de wielren club aan. Er was al een man of twintig aanwezig, meer opkomst dus dan bij de WRB400. Ik raakte in gesprek met een andere Quest-rijder (Milan). Hij gaf aan dat hij mijn gewenste gemiddelde snelheid van 30km/uur wat laag vond. Dit was ook wat ik bij de vorige tocht als gemiddelde had gereden, dus leek me deze snelheid wel een goed uitgangspunt.

Even voor twaalf gingen we allemaal naar buiten, voor een laatste controle van de verlichting. Dat was dus bij iedereen dik in orde, je zou wel gek zijn om een tocht als deze met slecht licht te gaan rijden! Klokslag twaalf gingen we van start met een snelheid alsof we een wedstrijd gingen rijden. Al na een paar honderd meter was er een noodstop, we waren verkeerd gereden. Snel reed ik achteruit om weer bij de groep te kunnen aansluiten.

Toen we eenmaal Zoetermeer uit waren en door de polder reden was het aardedonker. Ik reed nu samen met Milan op kop en prompt sloegen we een weg te vroeg naar rechts af. Toen we even later weer op het goede spoor zaten reed de groep al weer achter ons. Het viel niet mee om ze voor te blijven. De weg was bochtig en er waren regelmatig dubbele hobbels in het pad die je echt wel rustig moet nemen. Daar kwam ik bij de eerste drempel op ruwe wijze achter!

In Rotterdam raakte Milan achterop. Ik heb hem de hele rit verder niet meer gezien. ook de andere ligfietser haakte af. Nu reed ik in een groep van tien man, dat zou zo blijven tot aan de Mergellandroute.

De wielrenners reden in een groep, steeds een ander op kop. Zo konden ze nog een aardig tempo aanhouden van 30km/uur gemiddeld. Het viel me wel op dat niet iedereen kopwerk deed, een aantal bleef wijselijk achterin. Na Dordrecht ging ik alleen vooruit, met de bedoeling als eerste te kunnen stempelen bij de controle op de Moerdijkbrug, dan zou ik niemand in de weg zitten. Dat lukte prima en ik had mijn stempel al toen de groep over de brug kwam aangereden, dat was een heel mooi gezicht, al die fietsers met verlichting in hoog tempo. Uiteindelijk hadden we voldoende tijd om wat te drinken en een reep te eten. Na een minuut of vijf gingen we weer verder, de achterblijver waren nog steeds niet in zicht.

De rit ging in een lekker tempo verder over de dijkjes van Noord-Brabant tot aan de 1-e gewone controle voorbij 's-Hertogenbosch (de controle op de Moerdijkbrug was een "geheime" controle. Vlak voor we deze controle bereikten moest ik uitstappen om mijn Quest door een zandbak heen te slepen. De weg was opgebroken en er was geen doorkomen aan, dan is het wel gemakkelijk als je je fiets onder je arm kunt nemen -:)

Na de controle gingen we voorvarend op pad. Ik had één van de renners nog uit de brand geholpen met een stevig stuk elastiek om zijn gebroken GPS beugel te ondersteunen. Ik kon de jongens gemakkelijk volgen, in dit stadium zou ook een hogere snelheid geen probleem zijn geweest. In de buurt van Maaseik kreeg een wielrenner een lekke band, nu kwam mijn fietspomp van pas. We bleven als groep wachten to het weer gefixed was.

In Nattenhove was de tweede control bij cafe Lombok. Het cafe was nog gesloten, het was immers pas een uur of acht. Na het zetten van de stempels gingen we weer op pad. Eén van de wielrenners hoorde ik zeggen: dit is het laatste wat we van de Quest zien. Hij zou maar gedeeltelijk gelijk krijgen!

Niet veel later kwamen de eerste klimmetjes, eerst nog kort en niet al te steil maar dat zou nog veranderen. Bij de eerste serieuze klim moest ik de wielrenners al laten gaan. Zo makkelijk als zij omhoog reden, zo zwaar had ik het. Bij de afdaling heb ik nog geprobeerd weer bij te komen, maar ik zag ze alleen nog maar in de verte rijden. Het afdalen zelf is ook weer heerlijk, het lijkt wel of je in een klein autootje zit je hoeft alleen te sturen en te remmen. Echt heel hard heb ik niet gereden, hooguit 80km/uur, voor hogere snelheden zijn de wegen gewoon te bochtig. Het schermpje dat ik voorop had gemonteerd begon nu los te laten door de sterke rijwind. Ik had beter mijn best moeten doen bij het plakken van het klittenband.

Al voor het begin van de Mergelland route had ik behoorlijk last van mijn linker knie, net als bij de vorige WRB (toen zelfs van beide knieën, mijn rechterknie gaf nu helemaal geen problemen). De pijn begon al snel serieuze vorm aan te nemen, hoe moest ik hier mee door gaan. Stoppen was geen optie. Dat is ook lastig met een Quest, je kan hem niet mee nemen in de trein! Ik had echter een paar neopreen kniewarmers mee genomen. Ik kwam op het lumineuze idee om die te gebruiken, misschien zou dit extra steun geven. En gek genoeg hielp het om de pijn tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen, op deze wijze kon ik wel doorgaan. Waarschijnlijk het de combinatie van extra warmte en de steun die positief hielpen.

De klim naar het drie-landen punt was eindeloos en niet alleen vanwege het mooi uitzicht! net toen ik bovenkwam kreeg ik een SMS binnen van Franciska. Ze vroeg zich af hoe het met mij ging. Gek genoeg was de verbinding erg slect toen ik haar belde, ik sprak af het nog een keer te proberen op de eerst volgende stop over 11km in Vijlen. Ik had de nodige belangstelling van toeristen die samen met mij en de Quest op de foto wilden. Veel tijd had ik niet, ik wilde snel verder.

Na dee stop kwam al snel bij Wandelcafe A. gen Kirk in Vijlen. Maar het stuk er naar toe was niet alleen maar afdalen zoals mij eerder door Guus was beloofd. Er reed een drietal wielrenners voor mij uit. Eén daarvan wilde mij voorblijven wat hem uiteindelijk niet lukte. Kort voor het cafe haakte hij af. Bij het café aangekomen ging de groep wielrenners net weer weg. Ze hadden duidelijk niet verwacht mij nog te zien. Ik volgde op aanraden hun voorbeeld en nam een bord pasta. Ik heb zelden zulke lekkere spaghetti gegeten! Misschien dat de omstandigheden meewerkten. het was een kolossaal bord, maar ik had er geen enkele moeite mee. En dat terwijl ik al de hele tijd bezig ben om regelmatig te eten (pannenkoeken bananen, krentenbollen en muesli-repen). Na mijn waterfles te hebben gevuld, ik zat al enige tijd zonder water, ging ik weer op weg. Het was een bewuste keuze om niet te rusten, om te vermijden dat mijn spieren stram zouden worden.


Na korte tijd kwam ik op een helling die behoorlijk steil was, mijn snelheid zakte terug tot 3,5 km/uur. Hier had ik niets van gelezen, de steile helling zou toch de Keutenberg zijn? Moeizaam vorderde ik omhoog, het was al bijna niet meer te doen. Uiteindelijk bereikte ik het einde van de helling en zag daar een bord staan "controle WRB600", een geheime controle dus! Leo en Guus zaten in de auto maar ze waren in slaap gevallen. Ik realiseerde me dat het voor hun ook heel zwaar is. Als je immers zo met het fietsen bezig bent dan heb je heel lang geen last van slaap, maar als je eenmaal rust hebt dan slaat de vermoeidheid hard toe. Ik tikte op het raampje en Leo zij nog, jij ben stil omhoog gekomen (logisch als je slaapt! Nadat ik weer een stempel erbij had gekregen en was gewaarschuwd voor de gevaarlijk bocht in de afdaling ging ik weer snel verder.

Aan de overkant van het dal ging het weer omhoog. Tijdens de afdaling was de regen pas goed losgebarsten, ik zag werkelijk geen hand meer voor ogen. Gelukkig duurde de bui maar kort en ging het hevige regen over in een soort motregen. Voor ik het wist stond ik aan de voet van de Keutenberg. Ik had al voortijdig geschakeld en kon gelijk door naar boven. Door het natte wegdek en de stroompjes water die over het asfalt naar beneden liepen was het behoorlijk glad. Mijn achterwiel slipte voortdurend door en dat maakte het nog zwaarder dan het al was. Stoppen was nu niet meer mogelijk, ik moest wel door. Hoe ik het uiteindelijk heb gehaald weet ik niet meer, maar uiteindelijk was ik wel boven. Daar heb ik even een plaspauze genomen om ook weer even op adem te komen. Nu zag ik weer licht aan het einde van de horizon, alleen de Cauberg moest ik nog op. Daar had ik hetzelfde probleem, een doorslippend achterwiel. De slick band had gewoon niet genoeg grip op het asfalt. Uiteindelijk lukte het naar boven rijden wel op de stoep waar de klinkers meer grip boden.

Het was een illusie om te denken dat ik nu niet meer hoefde te klimmen, een aantal keren moest ik toch weer flink ploeteren om heuvel-op te komen. Toen ik langs het vliegveld Beek reed wist ik dat de weg verder alleen nog maar vlak zou zijn. Ik probeerde de snelheid boven de dertig te houden, maar dat lukte maar matig. Mijn benen waren te vermoeid en mijn knie protesteerde ook behoorlijk. In Stein stond er plots een hek dwars over de weg, er was een triatlon parkoers uitgezet. De motor-agente(!) was onverbiddelijk, ik moest omrijden. dat bleek niet mee te vallen, Stein was door het midden gesneden door het parkoers. Na een aantal tevergeefse pogingen deed ik mijn beklag bij een verkeersregelaar, hij hield uiteindelijk een motor rijder aan die over het parkoers reed. Ik kon achter hem aan doorrijden, dat was wel weer heel leuk om te doen.

Niet al te lang hierna kwam ik weer aan bij café Lombok. Het was er erg gezellig, met een paar buurtbewoners. Zelfs de loco-burgemeester en de café-baas waren er. Ze wilden graag weten wat mijn vrouw er nu van vond, dat ik gewoon een paar nadagen en nachten aan het fietsen was. Zou ze het niet erg vinden om alleen thuis te zijn. Een ander merkte op dat een goede buurman een hoop goed maakt, maar dan moest hij wel ook het gras maaien -:)

Ik kwam ook te weten hoe het café aan zijn naam kwam. De loco-burgemeester kon dat mooi uitleggen. Lang geleden woonden op die plek een aantal mensen die nogal amok maakten. Andere zeiden, dat lijkt Lombok wel (waar op dat moment een oorlog aan de gang was, het verraad van Lombok?). En zo kwam het cafe aan zijn naam.

De kop soep en het broodje kaas gingen er goed in. Ondertussen kwam er een wielrenner aan die ook de WRB600 reed, hij had de versperring bij Stein wat makkelijk genomen, vorig jaar had hij hetzelfde euvel gehad en wist nu hoe hij snel door kon rijden. IK merkte dat ik niet alleen last had van mijn benen, ook mijn rug raakte geïrriteerd van het schuren tegen het zitje. Gelukkig had ik zinkzalf bij me en dat hielp er goed. Het nieuwe zitje, een simpel stuk open-schuim, beviel al veel beter dan het rainbow matje. Dit stuk schuim had ik ook in mijn eerste Quest, daar had ik toen ook nooit last mee. Ymte raade het me aan, hij heeft dit schuim ook in zijn fiets en hij weet als geen ander hoe je lange afstanden moet rijden. Bij vorige tochten had ik al last gehad van schuurplekken in mijn lies, nu had ik daar gelukkig geen last van omdat ik een korte hardloopbroek als onderbroek aanhad. Zo leer je steeds meer! We vertrokken samen, ik vond het eigenlijk wat onbeleefd om er zomaar vandoor te gaan. Na een paar kilometer gaf de wielrenner echter aan dat ik maar alleen verder moest gaan, misschien vond hij het prettiger om alleen te rijden.

Het stuk naar de 6-e controlepost (stempelpost) verliep redelijk voorspoedig. Het was ondertussen wel donker geworden, maar mijn GPS leidde me langs de juiste weg. In Roermond ging ik na het halen van de stempel in een tankstation snel weer op weg. Hier hoorde ik dat de wielrenners twee uur voorsprong hadden. Normaal gesproken zou ik een stuk van de achterstand kunnen afsnoepen en ze misschien zelfs nog inhalen. Maar dat zat er nu echt niet in. ik had al de nodige moeite om de dertig km/uur te halen. maar het belangrijkste was dat ik voorruit kwam.In het tankstation had ik ook een cola en een red-bull gekocht. Dit laatste blikje bewaarde ik om komende dieptepunten te overbruggen.

Mijn Queeste naar mijn kunnen ging ondertussen gewoon verder. Ik reed langs een lint van plaatsen waarvan ik het bestaan niet eens kende. In Deurne kwam het wel bekend voor, hier woont vriend Henk immers. Hij had al laten weten niet thuis te zijn, dat was ook wel beter want omrijden of stoppen wilde ik toch al niet. Op straat zag ik veel jongeren die allemaal erg uitbundig waren. Later hoorde ik dat Nederland met 1-0 had gewonnen van Japan. Alle cafe's zijn oranje versiert en overal hangen jongeren rond. Steevast beginnen ze te joelen als ik in mijn Quest voorbij rij. Ik hou er maar flink de vaart in, dat voorkomt (mogelijke) problemen. Ergens (in Erp geloof ik) stop ik op een plein om van een korte rust te genieten. Mijn rechter voetzool voelt gevoelloos aan, wat geen fijn gevoel is! Na een korte wandeling en een blikje drinken met een muesly-reep kan ik er weer tegenaan. Ondertussen beging het effect van de knieband minder te worden, gelukkig hoef ik nu niet meer te klimmen.

In s'-Hertogenbosch is het fietspad afgesloten. na enige twijfeling besluit om maar tussen de auto's mee te rijden. dat gaat goed en even later kan ik weer op het fietspad verder. Dit is trouwens een stad met hele mooie fietspaden, een goed voorbeeld voor andere gemeenten (zoals Zoetermeer, de nieuwe fietspaden daar worden blijkbaar door een niet-fietsende debiel geplanned). Ik moet mijn stempel bij de Burgerking halen. Ik zit me al ruime tijd van te voren te verheugen op een hamburger en een grote cola. Het is dus wel teleurstellend om te zien dat ze zijn gesloten, Wel logisch want het is al bijna één uur. het tankstation is gelukkig wel open. Daar koop ik twee kofie en een gevulde koek. De jongen achter de kassa is nieuwsgierig naar mijn fietsrit. Ook andere bezoekers staan verbaast naar mijn Quest te kijken, die zie je normaal niet op een tankstation. Ik krijg een sms van Francis die net naar bed gaat. Daarop bel ik haar om te zeggen dat alles goed gaat. Als ik vertel dat ik met een ruime omweg richting Zoetermeer rij en daarna nog naar Wateringen moet vraagt ze me waarom ik niet rechtstreeks naar huis rijdt. Vrouwen hebben ook echt geen verstand van dit soort mannenzaken!

Ik vervolg mijn weg in het donker en de route gaat ook bepaald niet richting Zoetermeer. Ik heb geen flauw idee waar ik rij, alles is aardedonker en ik heb geen herkenningspunten. De weg gaat over dijken door de polder en langs water. Ik kom langs Vianen en steek de Jan Blankebrug over en kom op een smal fietspad door de weilanden terecht. Gelukkig krijg ik geen materiaalpech, anders ben je mooi in de aap gelogeerd. Als ik hier van de dijk rij wordt ik waarschijnlijk ook pas een maand later gevonden -:) Mijn route gaat langs allerlei kleine plaatsjes zoals Lopikerkapel, Uitweg en Lopik. Ik zie op mijn GPS dat de track anders loopt. Ik rij weer terug en weet echt niet waar ik heen moet tot ik een smalle doorgang zie. Ik moet een heel smal bruggetje over tussen een paar huizen door. Het gaat maar net en dan zit ik weer op de track. In de verte zie ik de zendmast van Lopik, hij komt maar niet dichterbij.. Ik stop maar voor het blikje Redbull en een pannenkoek, dat helpt me weer verder.

Na weer een stel moeizame kilometer zie ik het café in Hekendorp waar de 8-ste controle moet zijn. Het café is dicht, niet vreemd want het is al na vieren. Ik maak nog een foto van het plaatsnaambord, dan kan ik laten zien dat ik er ben geweest. Trouwens, dat laat mijn GPS track ook wel zien. Nu volgt nog een lang stuk langs Haastrecht, Gouda, Moerkapelle en uiteindelijk Zoetermeer. Zoals ik al eerder heb aangegeven is het waanzin hoe hier de nieuwe fietspaden worden aangelegd, smal klinker en te krappe bochten. Willen ze geen fietsers hebben in deze gemeente? dat kan toch veel beter, kijk eens naar Den-Haag, Rotterdam of 's-Hertogenbosch!

Het fietsen gaat steeds moeizamer maar uiteindelijk bereik ik toch de kantine van fietsclub Zoetermeer. Leo, Guus en de man van de koffie wachten daar op `de deelnemers. En dan te bedenken dat tot 16:00 uur renners mogen binnenkomen. Zij hebben nog een lange zit voor de boeg, petje af heren! Ik geef mijn kaart af en vertrek snel weer richting Wateringen. Nu vindt ik wel snel de goede weg en merk dat ik nu slaperig begin te worden. Als ik nu zou stoppen zou ik direct midden op het fietspad in slaap vallen. Ik zie nu ook soms dingen bewegen waarvan ik weet dat ze dat niet kunnen, zoals bomen of lantaarnpalen. Ook lijken de bomen op menselijke figuren, heel apart! Gestaag ga ik richting Wateringen, waar ik rond zeven uur aankom. Gek genoeg ik heb ik nu trek in koffie. Na de koffie is de slaperigheid weer weg en ook ben ik niet meer zo vermoeid. Toch ga ik naar bed om rond twaalf uur mijn Vaderdag cadeautje in ontvangst te nemen. Een paar uur later ga ik voor nog een uurtje naar bed om pas 's avonds half zeven weer wakker te worden.

595km in 28 uur, totaal 630km

4 opmerkingen:

stradaatje zei

Nou Eduard, chapeau hoor ! Knappe prestatie ! Daar kan ik alleen maar van dromen ....

Roef Veerman zei

Super verslag! Ik heb er zelf bijna 39 uur over gedaan, met maar 1,5 uur slapen. Leuk om een ervaring te lezen van iemand anders die deelgenomen heeft.

Teun Geeroms zei

Mooie prestatie eduard!!

Anoniem zei

Bij toeval lees ik dit verhaal, omdat ik opzoek was naar een rondje drielandenpunt. (vakantie wandeling met de kinderen) Google had het fout, maar het leverde wel een mooi 'mannen' verhaal op. Goed gedaan! En pas op die lantaarnpalen kunnen soms ook echt oversteken!